De bidsprinkhaan

De bidsprinkhaan

André Brink, De bidsprinkhaan

OVER DE SCHRIJVER

Brink (1935, hoogleraar Engelse literatuur) wil met De bidsprinkhaan zijn ‘empathie uiten met de zwarte mens’. Dat sluit aan bij zijn standpunt dat literatuur een sociaal-maatschappelijke functie heeft en moet leiden tot bewustwording.

In De Bidsprinkhaan confronteert Brink ons met de gebroken werkelijkheid in het Zuid-Afrika met al zijn verschillende rassen. Enerzijds toont hij een prachtig landschap met sterke mensen, anderzijds zien we een dorre woestijn die het barre bestaan met kleine, ploeterende mensen symboliseert.

Het is alsof we in een spiegel kijken. Niet voor niets duiken er in het boek steeds spiegels op. Brink houdt zichzelf, Zuid-Afrika, de westerse wereld en de lezer een spiegel voor. Hierin zien we een uitvergrote werkelijkheid, die soms mythisch of profetisch en dan weer realistisch is.

Brinks persoonlijke leven vertoont diezelfde dubbelheid. Als zoon van Afrikaner ouders hoorde hij thuis de verhalen die door het Westen gekleurd waren, waartoe ook de bijbelverhalen behoorden. Van het zwarte kindermeisje hoorde hij verhalen over boze natuurgeesten en vallende sterren. Hij groeide dus op met de christelijke God en met de goden uit de Afrikaanse cultuur. Al deze verhalen bewaarde hij in zijn hart, om met H. Maria te spreken. De wonderlijke geboorte van Kupido Kakkerlak verwijst niet voor niets naar de Moeder Maria.

Brink houdt hartstochtelijk veel van Zuid-Afrika, en tegelijkertijd bekritiseert hij het politieke klimaat even fel als Antjie Krog. Die dubbelheid kenmerkt ook De Bidsprinkhaan.

OVER DE BIDSPRINKHAAN

De geschiedenis van Kupido Kakkerlak, dat zonderlinge ‘bidsprinkhaantje’
- een Hottentot die door zendelingen bekeerd wordt tot het christendom - staat symbool voor het verdeelde leven in Zuid-Afrika. Die verscheurdheid komt onder meer aan het licht in de gesprekken die Kupido voert met zijn vrouw(en), en met zendeling Read, maar vooral ook in de gesprekken die hij voert met zijn God. Of voert hij die gesprekken met zijn god? Is Kupido aan het eind van het verhaal inderdaad een zelfstandig denkend mens geworden, ‘een vrij man’, zoals zijn moeder bij zijn raadselachtige geboorte voorspelde?

Ook de verschillende stijlen van het boek weerspiegelen de gebrokenheid. Zo zijn er pagina’s die louter uit opsommingen bestaan, andere teksten hebben de vorm van een reisverslag of van mythische vertellingen.

Welke scène uit het boek is voor jou het meest representatief voor de verscheurdheid van Kupido? Is er volgens jou een duidelijk antwoord te geven op de vraag of Kupido aan het eind van het verhaal ‘een vrij man’ is geworden? Onderbouw
je mening liefst zo duidelijk mogelijk.

woensdag 8 april 2009

'Ik had dit kleine, verschrompelde kreupele mannetje nodig om te weten wie ik was.' ( Read)

Ja Anne, ik heb zendeling Read tekort gedaan. Hij is anders dan de andere zendelingen uit het boek. Hij weet bijvoorbeeld dat mensen in dialoog leven en dat zij elkaar nodig hebben en komt daar eerlijk voor uit: 'ik had dit mannetje (K.)nodig om te weten wie ik was (p.162).'

Of Kupido God ziet als een bevrijder weet ik niet zo net. Ik zou die vraag graag aan de andere lezers voor willen leggen. God is voor hem naar mijn idee toch meer een god die je moet vrezen en die je aansprakelijk kunt stellen voor alles wat fout gaat, hoe vertrouwelijk hij ook met God omgaat. De 'vreze des Heren' betekent voor hem niet alleen ontzag, maar heeft ook een angstige kant. God en de goden lopen door elkaar. Vandaar zijn fanatisme, want voor goden moet je altijd op je hoede zijn. Is dat een van de redenen waarom hij zo hard zingt? Het lijkt soms wel of hij de dingen moet bezweren en God een handje moet helpen. Zijn vrouwen, die een stuk nuchterder zijn dan hij vinden dat Kupido teveel in de ban van de zendelingen is en dwingen hem tot een keus. Maar dat kan hij niet. Op het eind lijkt hij terug te vallen in zijn oude geloof, maar de schrijver zet op de laatste pagina de deur op een kier, en niet meer dan dat, om de lezer de mogelijkheid te bieden te denken dat Kupido op weg is naar zijn bevrijding want 'hoog in de lucht, ligt de blinkende sterrenstreep ( als een ster van Bethlehem , W.) om hun de weg te wijzen. Daarheen. Daarheen(p.280).' Om nooit meer slaaf te hoeven zijn, zoals we een pagina eerder lezen.

Mag ik het hierbij laten Anne? Ik ben benieuwd of er meer mensen met jou vinden dat bij 'ons' opvattingen dichtgetimmerd zijn. Ik vermoed dat je met 'ons' het Westerse denken bedoelt. Brink houdt beide culturen een spiegel voor. Dat dat niet altijd een lachspiegel is moge duidelijk zijn. En toch heb ik vele malen moeten lachen al was dat niet uitbundig. Het was meer een smakelijke glimlach.
Want Kupido Kakkerlak is een hartveroverend bidsprinkhaantje!

Willy

Reaktie van Anne, 8 april

Nadat ik mijn bijdrage had geschreven las ik jouw reaktie, Willy, op het beeldend denken, en de ‘foute’ manier waarop zending werd bedreven.
‘Beeldend denken’ in andere culturen is misschien geen goede uitdrukking voor wat ik bedoelde te zeggen. Wat is het soms lastig om woorden te vinden voor wat je voelt. Ik bedoel: in andere, zogenaamd ‘primitieve’ culturen, is er veel meer ruimte voor het wonder(lijke), het niet ingevulde. Bij ‘ons’ is alles verklaard, ingevuld; het is zus of zo, dat is bewezen en er is geen andere opvatting mogelijk. Hoe anders is dat in dit boek! Wat ik exemplarisch vind is het begin: er doen allerlei verhalen de ronde –en elk verhaal is even mooi en diep- over het ontstaan van Kupido Kakkerlak, en geen enkel verhaal is ‘het echte’. Waarom ook, waarom moeten we alles zo zeker weten en wordt alles dichtgetimmerd?
Ik ben het met jouw opmerking over de zending hier ook niet eens, Willy. Volgens mij werd Kupido vooral geraakt door de manier van praten van de zendeling, door de verhalen en het gezang . Hij denkt in het begin dat hij best christen kan worden en toch zijn eigen goden houden (zijn vrouw is er nuchterder over: ‘je zult toch moeten kiezen, Kupido’), maar later is hij er rotsvast van overtuigd dat dit geloof de enige weg is. Juist Kupido wordt fanatiek in zijn geloof, iedereen moet, zonodig met geweld, worden bekeerd. Zendeling Read is veel zachtmoediger, en zeker niet dogmatisch. Kupido heeft een vast vertrouwen dat God voor hem zorgt, God is voor hem vooral een bevrijder (van heidens geloof, van armoede en honger)en hij voelt naar mijn mening geen angst. Hij begrijpt later niet dat God zulke vreselijke dingen als oorlog en armoede toelaat en hij roept God ter verantwoording. Brink schetst wel vlijmscherp de hypocrisie en de minachting van de –o zo christelijke- blanke bevolking.
Interessant is de verhouding tussen Read en Kupido: ze hebben elkaar nodig. (zie het tweede motto van het boek). Je zou wel een hele avond (op zo’n moment mis ik je leeskring, Willy!) kunnen praten over die verhouding: wie heeft nu precies wie nodig?
Maar hier laat ik het maar bij. Een heel mooi boek heb je voor ons uitgezocht, Willy! Ik hoop dat er meer mensen reageren.
Anne

dinsdag 7 april 2009

Bijbel en mythe

Dankjewel Anne voor je reactie. Ik ga maar op twee opmerkingen van jou in, want ik vind dat ik niet voor mijn beurt moet praten. Het is juist zo leuk dat je vragen stelt aan medelezers. Ik weet dat enkele mensen bezig zijn met het boek dus vandaar.
Wat de bidsprinkhaan betreft: het is een mythisch dier en zelfs een 'Hottentotse god', zoals we op p. 16 lezen. 'Een heraut van de voorspoed.' Vandaar dat de schrijver het dier op alle belangrijke momenten in het leven van Kupido Kakkerlak laat verschijnen. Verschijnt hij ook werkelijk? Het is de vraag. Mythe en realiteit lopen door elkaar. Iedereen zag dat de sprinkhaan was verdwenen. 'Misschien had hij er nooit gezeten. Alleen had iedereen hem met eigen ogen gezien. Hij had er wel gezeten (p. 16).'
Kupido Kakkerlak wordt zelf door de schrijver een soort bidsprinkhaantje genoemd. Hij lijkt er ook op wanneer hij zijn gebeden richt tot zijn 'beminde en hoog geagte Eerwaarde God'.

Wat het slot betreft. Dat kun je naar mijn gevoel dubbel interpreteren. Ik ben benieuwd naar de visie van andere lezers. Jij ziet er een soort hemelvaart in Anne. Ik zat ook in die richting te denken. Het lijkt op de hemelvaart van de profeet Elia in het Oude Testament. Zie 2 Koningen 2 vers 1:18. In dat verhaal vaart Elia in een wagen ten hemel. En misschien ken je het oude zondagsschoolliedje over de hemelvaart van Christus: 'Op een lichte wolkenwagen, werd de Heer van d'aard gedragen...'
Tot het eind van zijn boek maakt de schrijver gebruik van beelden uit verschillende werelden en laat hij mythe, profetie en werkelijkheid door elkaar heen lopen.
Daarnaast gebruikt hij veel beeld-en symbooltaal. Misschien iets teveel?

Willy

maandag 6 april 2009

Vervolg reaktie Anne

Wat ik nog zeggen wilde, voor ik de vragen van Willy bij De bidsprinkhaan beantwoord, is dat ik het boek bijzonder knap vind geconstrueerd, wat de taal betreft. Het eerste en derde deel, waarin geschreven wordt vanuit de situatie van Kupido, is beeldend, meeslepend van taal, terwijl het tweede deel, geschreven door Read, zo feitelijk, echt Engels is, een verslag van gebeurtenissen, zonder veel emoties (stiff upperlip). En toch heel boeiend en spannend, dus beslist niet minder van kwaliteit. Steeds dacht ik: hoe gaat het verder, welk drama gaat zich in het leven van Kupido en van Read afspelen? Ik moest doorlezen.

Nu de vragen. Ik heb in het boek gegrasduind. Voor mij is de scene die het meest de verscheurdheidvan Kupido weergeeft die op blz. 255, als hij onder het lopen door het veld (de leegte, woestenij) vele stemmen hoort: hij weet niet of het die van God of van Tsui-Goab is. Als hij thuiskomt zingt Katryn tegen de maan. Ze verwacht een uitbrander van haar man. 'Maar hij blijft alleen een tijdje naar haar kijken. Om zich daarna om te draaien en het donker in te lopen. (en verderop:)............Misschien is het Woord niet genoeg meer. Niet in deze omgeving'. 'Een troosteloosheid die verder reikt dan deze standplaats en de maan en de sterren. Naar iets wat zij eigenlijk niet kent. En hij waarschijnlijk ook niet'.

Dan de vraag of Kupido aan het eind van het verhaal een vrij man is geworden. Het lijkt van wel, hij rijdt mee met de man 'daarheen' waar die man geen slaaf meer hoeft te zijn. Die vreemdeling stelt zich voor als Arend. Kupido keert terug naar zijn oorsprong: zoals hij door de arend 'gedropt' is keert hij volgens de voorspelling van zijn moeder weer terug. Ik interpreteer dat als een soort hemelvaart. Maar misschien kun je ook zeggen dat alles is mislukt, dat hij in de verlatenheid is gekrepeerd, en is dat dan de 'ultieme vrijheid'? Hij lijkt ook zijn vurige geloof in God kwijt te zijn, hij richt weer een steenhoop op. Eerder lijkt hij teruggekeerd te zijn naar zijn wortels, zijn oorspronkelijke geloof.

Ik heb me hierbij ook afgevraagd wat de betekenis van de bidsprinkhaan is. Die verschijnt steeds op een cruciaal moment, en steeds als er iets belangrijks, positiefs gaat gebeuren (hij komt tot leven bij zijn begrafenis, Van der Kemp geeft hem een bidsprinkhaan in handen-begin van Kupido's 'bekering', en aan het eind van het boek zit er een bidsprinkhaan op de bok van de wagen die hem komt halen). In die zin betkent het slot wel een bevrijding.

Tenslotte wil ik mijn medelezers een vraag voorleggen. Willy schrijft over Andre Brink dat zijn standpunt is dat literatuur een sociaal-maatschap-pelijke functie heeft en moet leiden tot bewustwording. Vinden jullie dat ook, of kun je ook van een boek genieten om de schoonheid van de taal of het meeslepende verhaal (en wat sleept je dan mee, kun je vragen). Ikzelf vind dat dat ook kan, maar voor mij heeft een boek met een 'boodschap', een boek dat je aan het denken zet over essentiele vragen, mits goed geschreven, wel meerwaarde.

Beeldend denken - reactie op het bericht van Anne

Anne,

Eén zin uit je reactie spreekt mij bijzonder aan: 'Het beeldend denken is uit onze westerse samenleving verdwenen.' In onze westerse cultuur zijn we inderdaad over het algemeen het vertellen van verhalen kwijtgeraakt. De zendelingen in het boek van André Brink verzuimden in hun bekeringsijver om de bijbelse verhalen van bevrijding te vertèllen. In plaats daarvan dropten ze hun eigen interpretaties van de Geschriften over de hoofden van de 'inboorlingen' heen in de vorm van ellenlange, opzwiepende, moraliserende preken. Daardoor verkondigden ze geen bevrijdende, maar een beknellende God. En daar had Kupido Kakkerlak nu juist zo'n geweldige behoefte aan. Hij en de andere Hottentotten gingen gebukt onder een allesvernietigende angst voor de goden, waaronder Heitsi-Eibib. Dat de bijbelse God een bondgenoot wil zijn en geen onderdrukker vergaten de zendelingen te vertellen. En mochten ze dat wel willen vertellen: ze begrepen geen snars van het beeldend vermogen van Kupido en de zijnen. Daarom landt het verhaal ook niet werkelijk bij Kupido. Hij aapt het na en denkt het zich op die manier eigen te maken. Hij eet het Woord zelfs letterlijk op. Maar dat alles helpt niet. Dat blijkt onder andere uit zijn 'laatste avondmaal'. Als eenzame voorganger spreekt hij dan de woorden uit: 'Neem, eet, dit is mijn lichaam, dit is het bloed van mijn zoon Heitsi-Eibib' (p.272). Kupido is terug bij af. Als lezer denk je dan: 'Wat is er terechtgekomen van de uitspraak van zijn moeder op p.17: "Als jullie het mij vragen, is hij (K.)uitverkoren om een bijzonder mens te worden. Niet zo een als wij, die hier vastzitten. Een vrij man."?'

Willy
5 april 2009 11:40

donderdag 2 april 2009

Reaktie Anne op "De bidsprinkhaan"

Ik heb zojuist "De bidsprinkhaan" uitgelezen. Ik vind het een geweldig boek! Wat een prachtige taal! Toen ik begon te lezen over de ‘geboorte’, het ‘ontstaan’ van Cupido moest ik –zonder de achterflaptekst gelezen te hebben- meteen aan het schitterende boek ‘Honderd jaar eenzaamheid’ van Marquez denken, en ziedaar….ik ben niet de enige met deze associatie. Het zit vol mythische verhalen, prachtig. Opmerkelijk trouwens: ‘toevallig’ volgen wij een HOVO-cursus over de Gnosis (buitengewoon interessant), waarbij juist vanochtend werd opgemerkt dat sinds 1800 (de Verlichting) het beeldend denken uit de westerse samenleving is verdwenen, plaatsgemaakt heeft voor rationeel en materialistisch denken en spreken/schrijven. In onze reader staat een verhaal uit ‘De chymische bruiloft van Chruistian Rosencreutz’ van J. Andreae (dominee en Rozenkruizer uit de 16e eeuw), dat me deed denken aan de ‘opwekking’ van de dode Cupido (blz. 15-17). In andere culturen bestaat het nog, niet met het verstand te bevatten voorstellingen (van God bijvoorbeeld, of van het ontstaan van de wereld). Wij zijn dat kwijtgeraakt, alles moet ‘bewijsbaar’ zijn voor we er iets mee kunnen. Misschien helpen zulke verhalen ons deze dimensie van het leven weer op te diepen.
Er wordt door André Brink liefdevol over Cupido Kakkerlak geschreven; het verhaal ontroerde me soms nogal (tegelijkertijd zo bijtend scherp over de blanken). Ik heb het, voor zover dat met mijn werkzaamheden ging, in één adem uitgelezen. Heerlijk: lezen en opgenomen worden in het verhaal!
Anne Veldhuizen